Tom Manders
Hij wordt op 23 oktober 1921 geboren, maar wordt door zijn vader pas de volgende dag aangegeven. De 23ste was een zondag en vader Manders, werkzaam als stukadoor, wilde zijn vrije dag niet mislopen! Later blijft Tom met zijn vrouw en kinderen zijn verjaardag altijd op 24 oktober vieren. Tom groeide op in een gezellig Haags gezin. Vader Cornelis, moeder Anna,broers Henk en Kees en zusje Annie. Na de Haagse academie gaat Tom het huis uit en maakt ...hij de illustraties voor boekomslagen van voordrachten en schilderde hij affiches voor o.a Circus Strassburger. Hij ontwerpt decors voor Carré en voor voorstellingen van Wim Kan, Toon Hermans, Lou Bandy en Robert Stolz. Tevens veel opdrachten voor Uitgeverij Jongeneel in Gouda. In een atelier aan de Nieuwe Achtergracht, vlak bij Carré, werkt Tom aan zijn affiches en decors. Op de trap komt hij regelmatig een schitterende brunette tegen die elders in het pand werkt. Anne Maria Josephine Hennen (24-10-1924), kortweg Enny genoemd, zal Tom zijn grote liefde worden. Ze trouwen in 1946 en krijgen 5 kinderen. Zonen Ronald en Thomas, dochters Marianne, Jacqueline en Laurence. Steeds vaker denkt Tom aan een eigen Cabaret of theatertje. Niet om er op te treden, maar om daar jonge dichters en artiesten hun werk uit te laten proberen met publiek. In 1952 schildert hij nog een prachtige affiche voor theater Carré dat dan 60 bestaat –het hangt er nu nog- een jaar later opent hij samen met Karel Kamlag zijn eigen artiesten cafe/theater. Op 1 mei 1953 wordt Saint Germain de Prés geopend aan het Rembrandtsplein. Als hij zijn zakelijk partner Carel Kamlag wat gedichten van hemzelf voorleest, zegt deze hem dat hij ze zelf moet gaan voordragen. Tom heeft plankenkoorts en durft pas als hij zich kan verstoppen achter een snor en een mal brilletje. Het wordt een succes. Dorus is geboren. Het publiek komt met grote getale naar Dorus. Iedereen heeft het er over. De kranten staan er vol van. In Hilversum wordt er over gesproken en al gauw gaat Dorus met zijn hele ensemble naar de Irene studio in Bussum. Vanaf 23 april 1955 worden daar de rechtstreekse televisie-uitzendingen verzorgd. Vanaf 1956 is Dorus ook op de radio te horen. Hij ontmoet hammond-organist Cor Steyn die 6 jaar lang zijn vaste begeleider blijft. Dorus gaat op tournee en Tom maakt talloze televisie- en radioshows. Hij schrijft zijn eigen liedjes – een kleine 100 stuks waaronder “ de motten” en “ met zulke rozen”- en sketches. Hij experimenteert met het bewerken van bestaand materiaal. Hij monteert Dorus bijvoorbeeld in een bekende speelfilm(“High Noon”). Dorus redt dan Grace Kelly uit de handen van de boeven. In 1964 maakte hij enkele speelfilms, waarin Dorus een belangrijke rol speelt (“De wolf en zijn zeven dochters”, “De klok van Simpeldorp” en “De gestolen Willem III”). Hij pioniert met dubbelrollen en weet dit tot in de perfectie uit te voeren zoals in “ de archivaris” waarin Dorus octrooi komt aanvragen voor zijn zelf uitgevonden muizenvalletje. In 1967 krijgt Tom de Zilveren Roos van Montreux. In dat zelfde jaar opent hij het Dorus cabaret in Rotterdam van waaruit de populaire tv-serie “Bij Dorus op schoot” wordt uitgezonden. Als Tom op 26 februari 1972 onverwacht overlijdt, laat hij een verslagen gezin en publiek achter. Tom Manders is maar vijftig jaar oud geworden als hij in het ziekenhuis een hartstilstand krijgt.